Capelle aan den IJssel, in historisch perspectief | ||
Capelle en het Openbaar Bestuur | ||
Uit bodemvondsten is gebleken, dat er in de tweede eeuw al bewoning is geweest langs de IJssel.
Waar nu het Slotplein ligt, werden Romeinse aardewerk-scherven gevonden, alsmede een duiker
uit de tweede eeuw.
In de eerste helft van de derde eeuw werden vanuit de Sint Salvator- of Oudmunsterkerk te Utrecht begonnnen met de ontginning van land aan deze oever van de IJssel. In de Hooghdorpspolder ten oosten van de Kerklaan werd een kapel gebouwd, die oorspronkelijk ressorteerde onder de parochie Ouderkerk. Met deze kapel hangt waarschijnlijk het ontstaan van de naam "Kapelle" samen. De naam Capelle op den IJssel wordt voor het eerst genoemd in een akte van 1278, het voormalig vissersplaatsje is thans een middelgrote gemeente van 65.000 inwoners. Op het gebied van het huidige Slotplein lag toendertijds een grote boerderij, eigendom van de Heren van Moordrecht. Zij bezaten het gehele gebied ten noorden van de IJssel, vanaf Kralingen tot aan de Gouwe, omvattende de huidige gemeente Capelle- en Nieuwerkerk aan den IJssel en Moordrecht. In 1732 telde de gemeente 1.205 inwoners en 200 huizen.
1800 - 1900In 1840 omvatte de gemeente de heerlijkheid met het Slot , het dorp Capelle en de gehuchten Achterweg, '-s Gravenweg , Keeten, Oudeplaats en Schinkelsveen. De ruim 1400 inwoners woonden in 170 huizen, Men werkte toen voornamelijk op het land of in de visserij. Er waren verder 6 scheeps-timmerwerven, 2 touwslagerijen, 4 steenbakkerijen, 2 rietmatterijen, 1 korenmlen en 1 grutterij. De gemeente besloeg een oppervlakte van ruim 1479 hectaren. In het Ambacht en het dorp waren 6 herhergen en logementen. In de 16e eeuw was het eigenlijke dorp bij de kerk uitgegroeid tot een groep huizen aan weerszijden van de IJsseldijk en de Kerklaan en werd de Oude Kern genoemd. Voor de Franse Tijd werd Capelle bestuurd door een Ambachtsbestuur, dat in het Ambachtshuis, tegenwoordig Raadhuisstraat 7 - 9 voor de burgerlijke vergadering bijeen kwam. Hier woonde ooit de schout , er werd les gegeven en er was tijden lang een herberg in gevestigd. In de 19e eeuw stelde het gemeetesecretariaat nog niet veel voor. De schout Dirk Kleij was tevens burgemeester, secretaris en gemeenteontvanger, maar zijn eigenlijke beroep was notaris. Hij zwaaide van 1811 tot 1839 de gemeentelijke scepter.
voormalig gemeentewapen |
In 1851 trad de gemeentewet in werking : De stad kreeg een burgemeester en 7 raadsleden, twee van hen waren tevens wethouder.
In 1849 droeg notaris Kleij zijn functie over zijn zoon Dirk Conelis Kleij.
Drie jaar later in 1852 droeg de zoon zijn taak over aan steenbakker Otto Hogensijk, dit tot 1868 burgemeester bleef.
1900 - hedenIn 1900 had de gemeente nog geen eigen gemeentehuis, de secretarie was gevestigd in de Dorpstraat 158. Pas in 1909 kreeg de gemeente een eigen raadhuis aan de Dorpsstraat 3. Dit was het voormalig herenhuis van de steenbakkersfamilie Lans, eigenaar van de steenbakkersplaat d'Oude Plaats. Het gebouw kostte circa 10.000 gulden en omvatte het herenhuis, het koetshuis de stal met tuin en erf. Burgemeester Bakker werd geassisteerd door 2 wethouders en een ambtenaar der secretarie plus een bode, die tevens veldwachter was. In 9121 werd de raadszaal gerestaureerd, Bij de volkstelling in 1910 had Capelle 5.006 inwoners en 1.018 huizen In 1948 telde Capelle ongeveer 9.000 inwoners. Als in 1955 het gemeentehuis te klein wordt, volgt uitbreiding van de secretarie met een houten noodgebouw aan de rivierzijde van de dijk, recht tegenover het gemeentehuis. In 1954 denkt men aan nieuwbouw, In mei 1958 besluit de gemeente opdracht te geven voor een nieuw ontwerp In 1963 slaat de toenmalig burgemeester J. van Dijk de eerste paal aan het Slotplein, welk gebouw in op 17 mei 1966 officieel wordt betrokken. Pas in oktober 1968 wordt het mogelijk te trouwen op het Slotplein nummer 1. In 1970 telt de gemeente circa 20.0000 inwoners. Nadat de gemeente was aangewezen als groeikern groeit het aantal inwoners van 37.528 inwoners (1 januari 1977) via 50.000 inwoners (eind 1982) naar 58.302 (1/1/1991) en 63.242 binwoners op 1 januari 1998. Al snel blijkt dit gebouw weer te klein voor het groeiend aantal ambtenaren : de Sociale Dienst vertrekt naar de Rozenburch 83 en de dienst Gemeentewerken vertrekt in 1971 naar de Kerklaan, nummer 182 - 188. In 1976 vertrekken drie secretarie-afdelingen naar de Roerdomplaan 4. In 1978 besluit de gemeenteraad drie panden aan De Linie in Oostgaarde te kopen. Men streeft dan naar volledige integratie van alle afzonderlijke afdelingen en diensten.
| |
Burgemeesters van Capelle aan den IJssel
Bron : Capelle aan den IJssel, op de grens van twee eeuwen (1999) |