Capelle aan den IJssel, in historisch perspectief

Capelle tijdens de Tweede Wereldoorlog (I)

Nico van 't Hart

Het verzet in Capelle a/d IJssel werd vanaf september 1944 georganiseerd uitgevoerd. Alle verzetsgroeperingen in Nederland werden toen samengebracht in één organisatie, de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten onder commando van prins Bernhard.

Daarvoor werd door groepen al wel incidenteel verzet geboden, zoals het verzorgen van ondergedoken joden, mensen die hadden moeten onderduiken omdat ze geweigerd hadden in Duitsland te gaan werken en spoorwegstakers. Er waren mensen die in het geheim luisterden naar de Engelse radiouitzendingen (het bezit van een radio was verboden) en mensen die verboden wapens in hun bezit hadden. Ook werden illegale bladen verspreid.

Er werden 4 verzetsgroepen gevormd en wel in Het Dorp, Schenkel, Capelle-West en de Kralingseweg.

De leiding van deze groepen was in handen van de heren Feenstra en veldwachter Van Rey. Beiden zijn inmiddels overleden. Eerst kwam men bijeen aan de Kanaalweg 50, waar een wapendepot was en wapeninstructie werd gegeven.

Later werden de door de vliegtuigen uitgeworpen wapens, die door de verzetsmensen van het centrale depot in Rotterdam naar Capelle werden vervoerd, verborgen in het bedrijf van de heer Feenstra. Hier werd ook geoefend. Iedere groep kreeg de voor de acties benodigde wapens in beheer.

Nico van 't Hart was mede belast met de leiding van de groep Schenkel. In het huis van de familie aan de Bermweg waren, behalve wapens en springstoffen, ook illegale bladen en een radio verborgen.

Ook werd hier regelmatig instructie gegeven. Bij één van deze bijeenkomsten werd per ongeluk een schot gelost, waardoor in de keuken een tegel aan stukken ging. Toen mensen uit de buurt vroegen waar de knal, die ze hadden gehoord, vandaan kwam, werd het klappen van een fietsband als reden opgegeven.

Op een dag in de winter 1944-1945 kwamen 2 Duitsers in burger, in opdracht van Den Haag, huiszoeking doen. Er zou een radio in huis zijn. Alles werd overhoop gehaald, maar alle verboden zaken waren zo goed verborgen dat niets werd gevonden. Gelukkig was de onderduiker, die bij de familie woonde, op het moment van de huiszoeking in de tuinderij van Nico aan het werk, zodat ook hij niet werd gevonden. Later werd de radio wel ontdekt, maar voor 2 flessen jenever "teruggekocht".

Een van de door de groep ondernomen acties was in januari 1945. Er werden op de Hoofdweg z.g. bandenbommen gelegd, die met zand werden bedekt. De bedoeling hiervan was dat ze zouden ontploffen als er een auto overheen reed. Er ontstond een benarde situatie toen er al een Duitse auto over een bommetje reed en hierdoor werd beschadigd, terwijl de leden van de groep nog bezig waren. Ze renden het weiland in en kwamen drijfnat terug aan de Bermweg.

Op een gegeven moment nam een jonge Duitse militair contact op met de familie Van 't Hart. hij wilde deserteren en vroeg om hulp. Een onderduikadres werd geregeld, maar hij kwam niet terug. Bij voorzichtige navraag werd gezegd dat hij verdwenen was. Men vermoedt dat de Duitsers lucht hadden gekregen van zijn overlopen en dat hij was doodgeschoten.

Toen Nico eens op de fiets naar Waddinxveen was geweest om zaad voor zijn tuinderij te halen, werd hij in Moordrecht door Duitsers gearresteerd en naar Gouda overgebracht. Zijn vrouw Truus ging, toen ze hiervan hoorde, naar een oom van Nico om hulp. Inderdaad lukte het hem Nico vrij te krijgen. De tegenprestatie kwam toen de oorlog bijna was afgelopen.

Door de leden van de groep werd een lijst opgesteld met de namen van N.S.B.'ers en anderen, die de Duitsers hand- en spandiensten hadden verleend, die bij de bevrijding moesten worden opgepakt. Op verzoek van Nico en Truus zijn toen de namen van de vrouw en dochter van de oom van de lijst geschrapt. De bewuste N.S.B.'ers en anderen werden, toen de capitulatie van Duitsland een feit was, door de groep gearresteerd en in de school aan de Kanaalweg opgesloten.

In oktober 1983 ontving de heer Nico van 't Hart in de burgerzaal van het Haagse gemeentehuis het Verzetskruis uit handen van Prins Bernhard.

Capelle tijdens de Tweede Wereldoorlog (II)

Henk Anker

Op 10 mei 1940 was onderofficier Henk Anker sectiecommandant bij de zware mitrailleurs en gelegerd in Mill. Bij de gevechten liep een Duitse pantsertrein vast en kwam terug. 2 Nederlandse bataljons waren reeds teruggetrokken en de Duitsers maakten gebruik van de door de Nederlanders tijdens de mobilisatie gegraven loopgraven en schuttersputten. (zie ook: Tien Capelse oud-militairen over de meidagen 1940) De Nederlanders moesten zich al vechtend tot in België terugtrekken, maar ontkwamen aan gevangenneming. In juni 1940 was Henk Anker terug in Capelle, nog steeds in het bezit van zijn FN 9 mm pistool. Toen de Nederlandse militairen, die inmiddels weer burgers waren, zich in juni 1943 moesten melden voor krijgsgevangenschap, dook hij onder. Eerst in Schiedam en later in Boskoop, waar hij in contact kwam met het verzet. Met pinksteren 1944 was hij terug in Capelle-West (Keten).

De B.S. Capelle (Binnenlandse Strijdkrachten) was ingedeeld bij de regio Rotterdam. Wapens en springstoffen werden door Engelse vliegtuigen afgeworpen op een terrein bij Berkel en Rodenrijs en werden verzameld in het depot bij de Noorderbrug (het vroegere Heinekenterrein). Vandaar werden ze naar verschillende plaatsen vervoerd, o.a. naar Henk Anker thuis op zolder. Vanzelfsprekend was dit vervoer een gevaarlijke zaak: men moest steeds bedacht zijn op verraad. Het vervoer gebeurde met een bakfiets, waarbij de wapens met een zeil of iets dergelijks waren bedekt. Op een keer lukte het de mannen niet de bakfiets tegen de gladde besneeuwde helling van de Ceintuurbaan bij de 's-Gravenweg op te duwen Tot hun schrik en later verbazing kwamen enkele Duitse soldaten vragen of ze konden helpen en met hun hulp lukte het inderdaad de hol te nemen en verder veilig in Capelle te komen.

In de laatste oorlogswinter gaf de heer Anker wapeninstructie aan B.S.'ers. Dit was belangrijk omdat het de bedoeling was om, als de geallieerden naar hier optrokken, aan hun zijde tegen de Duitsers te vechten. Toen was natuurlijk nog niet bekend dit het Duitse leger zich zou hebben overgegeven voor de Geallieerde troepen het westen van het land hadden bereikt. Wel is dit het geval geweest in het zuiden, oosten en noorden van het land, waar B.S.'ers in overall zij aan zij met geallieerde soldaten tegen de Duitsers optrokken.

Op 7 oktober 1944 's morgens om half zes werd door de K.P. Capelle (knokploeg), in opdracht van Rotterdam, de spoorlijn in Nieuwerkerk aan den IJssel, net voorbij de grens met Capelle opgeblazen. De Duitsers waren bezig tanks op treinen te verplaatsen naar het oosten, waar ze de geallieerde opmars probeerden te stoppen. Henk Anker:

"we gingen op de fiets naar de plaats waar de spoorlijn moest worden opgeblazen en gebruikten een springlading met een ontsteking, die pas na een paar uur zou afgaan. De volgende morgen vroeg mijn moeder mij of ik geen knal had gehoord. Ik antwoordde dat ik niets had gehoord. Ik had namelijk alweer lekker in bed liggen slapen toen de lading afging."

Hij vervolgt: "Op de, dag van de bevrijding zagen we 5 Duitsers met een bootje, dat voor reparatie bij de fa. Olthof lag, richting Rotterdam vertrekken. Wij sommeerden de Duitse militairen onder bedreiging van onze wapens aan wal te komen en zodoende waren zij onze krijgsgevangenen. We moesten ze echter in opdracht van Rotterdam weer laten gaan. Alle Duitsers, die zich in de regio Rotterdam bevonden, werden namelijk in het Kralingse Bos in tenten ondergebracht en later op transport gesteld."

Mevrouw Anker herinnert zich nog heel goed, dat op 5 mei de heer Olthof op zijn fiets de Ketensedijk af kwam met een rood-wit-blauwe vlag achter op zijn fiets gebonden, terwijl hij riep: "wij zijn vrij. wij zijn vrij".

Na de oorlog werd Henk Anker opgenomen in het 1e bataljon van het Regiment Stoottroepen. Dit regiment werd gevormd door oudverzetsstrijders. Eind 1945 vertrok hij als 1e luitenant via Engeland naar Nederlands-Indië. Hij verbleef tot 1948 op Midden Java.

Wilt u graag bijdragen aan deze pagina ?

De gegevens op deze website zijn nog zeker niet betrouwbaar of historisch correct genoeg. Wij nodigen u graag uit een bijdrage aan de inhoud te leveren. Dat kan bij voorkeur via email info@capelsewijken.nl

Historische Vereniging Capelle aan den IJssel

Ook verwijzen wij u graag naar de website van de Historische Vereniging Capelle aan den IJssel (HVC).

Bron : Internet @ 2004