Capelle aan den IJssel, in historisch perspectief

Capelle en het onderwijs

Inleiding

Naar aanleiding van het 60 jarig bestaan van de plaatselijke afdeling van de Vereniging voor Openbaar Onderwijs (VOO) vroeg de voorzitter aan de heer Boef om een brochure te maken. In het afdelingsarchief bevond zich een interessant stukje sociale geschiedenis van Capelle. Als eerste bron gebruikte hij de notulen en andere stukken. Als tweede bron dienden de krantenleggers van de plaatselijke weekeditie van de "IJssel en Lekstreek" van de jaren 1928 tot 1943. De geschiedenis van de VOO in Capelle is sterk gekoppeld geweest aan de opkomst van de arbeidersbeweging en de positie van de SDAP en later de PvdA in de gemeenteraad. Het is een verhaal geworden van jarenlange inspanningen voor een ideaal, dat ieder van de betrokkenen op zijn eigen wijze heeft proberen te dienen.

1 Achtergrond. Volksonderwijs en Capelle tot 1926

Het onderwijs was sinds de wet van 1806 een staatsaangelegenheid. Daarmee werd de traditionele invloed van de kerk op de opvoeding van de jeugd aanzienlijk beperkt. In het midden van de 19e eeuw begon een strijd om de financiele gelijkstelling van openbaar onderwijs en confessionele scholen. In 1866 richtten twee Friese schoolopzieners de landelijke vereniging ter bevordering van volksonderwijs op. Het voornaamste doel was de krachten te bundelen tegen de miskenning en verdachtmaking die de openbare scholen ondervonden van zich christelijk-nationaal noemende tegenstanders.

De Lager Onderwijs Wet van 1920 bracht weliswaar de gewenste financiele gelijkstelling, maar de controverse tussen aanhangers van bijzonder en openbaar onderwijs bleven bestaan. Deze spanningen vormen de achtergrond van de strijd van de onkerkelijke, moderne georganiseerde progressieve arbeiders tegen de orthodoxe christelijke krachten die de onderwijspolitiek bepaalden.

Dat de oprichting van de plaatselijke afdeling in 1926 pas 60 jaar na de landelijke vereniging ontstond is vermoedelijk een gevolg van demografische factoren waarbij de groei van onkerlijke arbeiders van linkse signatuur achterbleef bij de landelijke ontwikkeling.

De eerste openbare school in Capelle werd gesticht in 1863 op het dorp. De tweede volgde in 1867 in Keeten (nu Capelle West). In de polder Prins Alexander was sinds 1879 een bijzondere lagere school met een mulo voor meisjes. In 1916 kwam een derde openbare school aan de Kanaalweg. Rond de 1e Wereldoorlog was Capelle een klein, geisoleerd dorp met smalle dijkjes, moerassige veengebieden en veel water. Aanvankelijk bestond de gemeente uit vier buurtschappen: Kralingse Veer, Keeten, Schinkel en het Dorp. Er woonden 6000 inwoners.

In 1933 waren dat er 9000 en pas na de 2e WO is sprake van spectaculaire groei. Economisch dreef Capelle op veeteelt en tuinbouw. Langs de IJssel was van oudsher industrie, veel scheepswerven, chemische fabrieken en rietmattenindustrie. De lonen waren lager dan elders en met hygienische voorzieningen, zoals rioleringen was het slecht gesteld.

2 Crisistijd De eerste tien jaar van volksonderwijs (1926-1936)

Na 1929 nam het aantal werklozen schrikbarend toe en was rond 1932 anderhalf keer zo hoog als het landelijk gemiddelde 15%. De crisis trof vooral de scheepsbouw, daar liepen de spanningen hoog op en in 1934 bereikten de relletjes tussen stakers en werkwilligen hun hoogtepunt. Er werden lonen verlaagd en subsidies afgeschaft. Opstandige inwoners van Capelle veroorzaakten een oploop bij het gemeentehuis aan de dijk en zij probeerden raadsleden te molesteren.

Bij de oprichting op 8 december 1926 had de vereniging voor openbaar onderwijs 33 leden. Het ledental groeide langzaam tot 80 in 1930, maar 1931 had een doorbraak plaats tot 131 leden. En in 1932 bereikte men een voorlopige top van 150, daarna zakte het aantal leden weer tot onder de 100. Het eerste bestuur bestond uit 7 leden die met absolute meerderheid van stemmen in hun functie gekozen moesten worden. Waarschijnlijk hadden ze niet veel bestuurlijke ervaring. Bij de vergaderingen kwamen weinig leden opdagen. Een truc om boterletters te verloten hielp weinig. In 1930 werd de contributie op een minimumbijdrage van 1 gulden per jaar vastgesteld. Door collectes probeerde men extra inkomsten te verwerven, maar de leden hadden allen van de slechte economische omstandigheden te lijden. De vergaderingen werden gehouden in cafe t Centrum bij de Veerstoep aan de IJssel, dit was de vergaderplaats voor een groot aantal niet-confessionele Capelse verenigingen zoals de Maatschappij tot nut van het algemeen, de SDAP, de vara, de drankbestrijding en toneel-en muziekverenigingen. De propaganda commissie van de vereniging was niet erg actief in de pers. Pas in 1931 werd voor het eerst een verslag van een vergadering van de VO in Lek en IJssel gepubliceerd. Later, rond 1939 zou het actieve lid Poldervaart regelmatig gebruik maken van de pers onder meer om de aanstelling van een gemeentelijke schoolarts te bepleiten.

Activiteiten.
Bij de eerste vergadering in 1926 werden twee voorstellen ingediend. De eerste betrof verbetering van de verlichting van de openbare scholen en de tweede een actie voor de oprichting van een openbare kleuterschool. Pas in 1929 besloot de raad om elektrisch licht aan te leggen. In openbare bijeenkomsten werden regelmatig actuele en principiele onderwijszaken behandeld. Daarnaast verspreidde men strooibiljetten over bijvoorbeeld Volksonderwijs en Volksopvoeding, en plakte men manifesten aan b.v. Voor het eerst naar school of ouders welke school kiest ge voor Uwe kinderen. De meeste verzoeken van de VO aan de gemeenteraad hadden weinig succes. De gevoelens van achterstelling van het openbaar onderwijs worden niet zichtbaar in de werkelijke cijfers. Er waren 3 openbare scholen met respectievelijk 199, 404 en 165 leerlingen in Capelle. De twee bijzondere scholen aan de Bermweg en de IJsselmondse laan haddeen 319 en 361 leerlingen. In 1929 hadden de openbare scholen gemiddeld 35 leerlingen per klas en bij de bijzondere scholen was dat 45. Er ontstonden felle conflicten toen het Hervormde bestuur van Kralingse Veer een school wilde stichten in Keeten, na veel geprocedeer moest het gemeentebestuur 3 lokalen ter beschikking stellen. Rond 1932 ontstonden er moeilijkheden rond de overplaatsing van een van de 7 leerkrachten van school II naar school IV. In het bestuur waren vele wisselingen. In 1927 is eenmalig een succesvol schoolreisje voor 70 leerlingen georganiseerd door de vereniging, leraren mochten niet mee als begeleiders. Over deelname van kinderen van een openbare school aan een briefkaartenactie voor de AVRO ontstond commotie.

3 Oorlogsdreiging en oorlog (1936-1945)

In 1934 was in de krant melding gemaakt van een groepsvergadering van de NSB die niet door kon gaan vanwege onrust.In de jaren die daarop volgden werden wel vergaderingen gehouden van de NSB en bij verkiezingen kwam het aantal stemmen in Capelle overeen met het landelijk gemiddelde. Rond 1937 was de SDAP de grootste fractie in de gemeenteraad, maar omdat zij een vrouw voorgedragen hadden als wethouder, kregen zij geen zetel in het college. In 1939 won de SDAP 5 van de 13 raadszetels en ontstond voor het eerst een non confessionele meerderheidscoalitie. Deze is maar kort aan het bewind geweest omdat de Duitse bezetters in augustus 1941 de gemeenteraad ophieven.

Uit berichten in de kranten van 1937 bleek dat men ernstig rekening hield met een oorlogsdreiging, zo waren er verduisteringsoefeningen en luchtbeschermingsactiviteiten. In 1938 werd in Capelle een collecte gehouden voor Duitse vluchtelingen die vanwege geloof of ras vervolgd werden, dit bracht f 306,14 op.In 1939 werd de mobilisatie bekend gemaakt en konden particulieren o.a. gasmaskers bestellen.

In de Vereniging voor openbaar onderwijs was rond 1936 een conflict tussen de oud voorzitter Roetman en de jonge onderwijzer Poldervaart. Poldervaart was goed van de tongriem gesneden en schreef ook diverse pamfletten die vele malen herdrukt werden. In de vergaderingen werden vele voorstellen van Roetman verworpen bijvoorbeeld om een gezamenlijke ouderraad te vormen voor alle openbare scholen in Capelle. In 1938 waren de VO leden in Rotterdam aanwezig om te pleiten voor kleinere klassen en het aanstellen van jonge onderwijzers. Enkele activiteiten lagen op het vlak van vakantiescholen, beroepskeuze-adviezen tegen lage tarieven, cursus engels voor volwassenen. In 1939 schreef Polderman een reeks van 12 artikelen over het Geneeskundig Schooltoezicht. In 1940 werd de laatste ledenvergadering gehouden voor de Duitse bezetting. Pas in december 1943 was er een propagandaavond met zang, dans, toneel en ritmische gymnastiek. Begin 1944 volgden nog twee succesvolle avonden en het aantal leden steeg tot ruim 200. Uit de stukken blijkt niet hoe de leden de oorlog zijn doorgekomen.

4 Naoorlogs herstel en groei (1945-1965)

In oktober 1945 werd een tijdelijke gemeenteraad ingesteld waarin onder andere 3 SDAPérs zitting kregen. In de daarop volgende jaren was de PvdA in bijna alle colleges vertegenwoordigd. Door de groei van de gemeente waren er inmiddels 3 wethouders. Het aantal inwoners nam van 1960 tot 1986 toe van 11.000 tot 55 000, de instroom bestond hoofdzakelijk uit Rotterdammers. In 1953 kwam een nieuw huishoudelijk reglement tot stand. In oktober 1954 had de heroprichtingsvergadering van VO plaats, men richtte zich sterk op propaganda en het winnen van nieuwe leden. Er was een voortzetting van de discussie over de wenselijkheid van bijbelonderwijs op de openbare school gekoppeld aan zorg over de groei van het christelijk onderwijs in Capelle. De meeste aandacht ging echter uit naar meer materiele zaken zoals het verzamelen, vermaken en uitdelen van kleding en schoeisel

Na de oorlog was de toestand van de schoolgebouwen veelal slecht. Het volgende klachtenlijstje van de school in het dorp is door het schoolhoofd Cupedo opgesteld. "De school is vochtig en koud en in de winter bevriezen de wc's. In drie lokalen komt nooit zon. De school verzakt en door sommige scheuren in de muren kan je je hand naar buiten steken. De kasten sluiten niet, schoolplaten laten los vanwege het vocht en leermiddelen beschimmelen. Er zit houtworm in het plafond, de lokalen zijn te klein en er is geen magazijn en geen spreekkamertje. Ook de ruimtes voor kolen-en turfopslag zijn veel te klein." In 1947 werd actie gevoerd voor een kleuterschool in Kralingse Veer. Binnen een jaar werd een bijzonder neutrale kleuterschool geopend. In 1955 kwam pas een wettelijke financieringsbasis voor het kleuteronderwijs. In het dorp probeerde men te komen tot oprichting van een openbare ulo, nadat ondanks tegenacties van VO een Hervormde ulo van start was gegaan. De ulo begon met 42 leerlingen in de nieuwe school van het Slot. In 1955 werd met het christelijk bestuur een stichtingsakte opgesteld voor een nijverheidsschool voor meisjes, maar dit initiatief is niet gerealiseerd omdat de regering tegen was.

In 1957 waren er 347 leden, velen van hen kwamen voornamelijk voor de georganiseerde feesten met spreker, toneel en muziek. De verhoudingen met het christelijk onderwijs waren regelmatig erg gespannen o.a. toen de Hervormden een dependance begonnen in het kamp voor de Ambonezen. Het protest van de VO werd bij de Raad van State niet ontvankelijk verklaard. De VO voelde zich een miskende minderheid en men had ook vele intern conflicten tussen de openbare scholen onderling. Eind 1959 besloot het bestuur voortaan de burgemeester en de plaatselijke predikanten een uitnodiging voor de feestavonden te sturen. Begin jaren zestig probeerde de VO een schoolraad op te richten die erkend zou worden door de gemeenteraad. Zij kwamen in 1962 niet verder dan de instelling van een önderwijscontactraad voor het openbaar onderwijs. Deze contactraad vergaderde drie maal per jaar onder leiding van de burgemeester. Bij de komst van een nieuwe burgemeester verbeterden de contacten. De strijd tegen het confessioneel onderwijs ging echter door. In 1963 werden met succes de handtekeningen teruggehaald ten gunste van een pc blo school in Rotterdam. In 1964 werd een openbare blo-school in Capelle geopend.

In 1961 vond een oprichtingsvergadering oplaats van een jongerenvereniging van de VO. De opzet was gebaseerd op het inblazen van nieuw leven inzake vooroorlogse ideeen over de organisatie van de jeugd. Maar na een veelbelovende start is niets meer van jong VO Capelle vernomen.

5 Verval en wederopleving (1965-1980)

In korte tijd nam het inwoneraantal in Capelle spectaculair toe. Van 1955 tot 1965 was het inwoneraantal verdubbeld van 8.700 tot 16 000. In 1969 waren er 25 ooo inwoners en begin jaren tachtig warern er meer dan 50 000. Het duurde vrtij lang voordat nieuwkomers in het Capelse verenigingsleven hun plaats innamen. Het kader van de VO bestond in de jaren zestig vooral uit oorspronkelijke bewoners van Capelle. Het aantal leden liep terug van ruim 300 tot het dieptepunt van 152 in 1974. In de eerste jaren na 1975 was er een kleine opleving tot 231 maar daarna daalde het aantal leden weer. Door de toename van de bevolking nam ook het aantal openbare scholen toe De J.P. Thijsseschool werd opgericht en de Glopperulo kreeg een nieuw onderkomen. In 1967 besloot de gemeente eindelijk om een schoolraad in te stellen. In 1968 werd de Vereniging Volksonderwijs samengevoegd met de organisatie van ouderraden Noraolo en zo ontstond de VOO, Vereniging voor Openbaar Onderwijs. Pas vanaf 1975 werd de VOO nieuw leven ingeblazen en de activiteiten werden op een efficiente en zakelijke wijze aangepakt. Dit leidde al snel tot erkenning bij de plaatselijke overheid en het onderwijsveld. De zorg om het meedoen van ouders op verschillende beleidsniveaus stond centraal. De cursus voor oudercommissies startte in 1977 met 60 deelnemers en werd een succes. Het bestuur bezocht regelmatig de commissievergaderingen als daar iets over onderwijs aan de orde kwam. Op gemeentelijk niveau adviseerde de VOO over de Contourennota van van Kemenade. Een zekere mate van professionalisering werd zichtbaar. In het gehele land was er sprake van deconfessionalisering en het primaat, de minderheidspositie met zijn proteskarakter werd verlaten en er ontstond een vereniging die op moderne wijze de belangen van het openbaar onderwijs op een zo breed mogelijk vlak trachtte te behartigen. Het fanatiek volgen van de ontwikkelingen bij het bijzonder onderwijs maakte plaats voor een beleid dat op het plaatselijk vlak de belangen behartigde. Van het onderwijs in het algemeen en meer in het bijzonder die van het openbaar onderwijs.

6 De laatste jaren (1980-1986)

Midden jaren tachtig werd de Wet op het Basisonderwijs ingevoerd en de wet Medezeggenschap onderwijs. In het onderwijs werd flink bezuinigd zowel op landelijk als op lokaal niveau. De VOO probeerde commentaar te leveren op diverse beleidsplannen. Het aantal scholen groeide in 1986 waren er in Capelle 12 basisscholen, 2 scholen voor speciaal onderwijs en 2 voor voortgezet onderwijs. In 1986 bestond de VOO 60 jaar en was er een luisterrijk jubileumfeest dat tevens het slotfeest bleek te zijn. De afdeling meldde zich bij het landelijk bureau aan met de status van "Slapend". Cor Boef zegt in 1987 in zijn nawoord dat hij hoopt dat de VOO de positieve rol die zij in het verleden heeft gespeeld ook in de toekomst zal waarmaken.

Voordat het laatste bestuur zich geheel afmeldt en de afdeling wordt opgeheven, presenteert zij het boekje over 60 jaar volksonderwijs in maart 2000 als laatste activiteit met de slotzin: In het jaar 2000 wordt ook landelijk een discussie gevoerd over de toekomst van de Vereniging voor Openbaar Onderwijs. Nieuwe tijden vragen om nieuwe vormen. De doelstellingen van het openbaar onderwijs: kwalitatief goed onderwijs bieden voor iedereen, met respect voor ieders culturele en religieuze achtergrond, dus "niet apart maar samen", blijven de moeite waard.

Svp Commentaar naar marry@remery.nl

Bron : Zestig jaar volksonderwijs in Capelle aan den IJssel (1926-1986) door Cor Boef 1987, uitgegeven mei 2000. 61 p.